Wat wijst erop dat jij en je lief voor altijd bij elkaar zullen blijven? ‘Zo vaak hoor ik stellen om mij heen zich afvragen of ze voor altijd bij elkaar zullen blijven. Een belangrijke vraag’, vindt Goedele. ‘Een vraag die ons allemaal weleens bezig houdt. Ik neem je mee door mijn eigen checklist en als je voortdurend denkt: ja, daar herken ik me in, dan zit het helemaal goed!’
1. Denk aan elkaar
‘Erg belangrijk is dat je bezig bent met elkaars behoeften. Dus dat jij denkt bij het winkelen: och ja, sokken, die had hij nodig, laat ik ze voor hem meebrengen. En als hij op de markt ziet dat de kersen er weer zijn: o ja, daar is mijn lief zo dol op, ik neem ze. Realiseer je voortdurend wat de ander zo graag heeft. En doe daar iets mee!’
2. Waardering en dankbaarheid
‘Je kunt duizend keer zeggen ‘Ik zie jou zo graag’, maar nog beter is je dankbaarheid uit te spreken. Iedere “dank je” weerspiegelt dat je hem of haar apprecieert. Het voelen van waardering en dankbaarheid is heel belangrijk.’
3. Keur elkaar niet af
‘Koppels genoeg die elkaar constant afkeuren. “Nu zijn we wéér die tas kwijt, waar heb jij die nou weer neergelegd?” Negativisme is dodelijk. Erken dat je niet exact hetzelfde bent, maar hang daar geen waardeoordeel aan. Zeg: ‘O, dat is typisch een film voor jou.’ Zeg nooit: ‘O, dat is typisch zo’n sullig filmpje voor jou.’ Dat is het verschil tussen iemand iets gunnen en iemand afkeuren. En geeft een groot verschil in gevoel bij je partner.’
4. Maak contact
‘Als je slaapt, heb je dan daadwerkelijk contact? Daarmee bedoel ik niet dat je de hele nacht lepeltje-lepeltje hoeft te liggen, bij sommigen heb je al dat er elektriciteit vrijkomt als de voeten elkaar raken, maar ga niet naast elkaar liggen zonder elkaar aan te raken of – nog erger – niks te zeggen. Do-de-lijk!’
5. Let op je stem
‘Wat gebeurt er met jouw stem als je tegen je partner spreekt? Wordt die strenger en harder dan normaal of wordt je stem juist zachter en warmer? Heel goed om dat een keer bij jezelf na te gaan.’
6. Je mag kwetsbaar zijn
‘Een makkelijk zinnetje, dat weet ik ook wel, maar o zo essentieel. Je hoeft bij hem of haar niet altijd die grote meneer of mevrouw te zijn, je mag ook weleens heel klein zijn, met lelijke huilogen of met een uitgevallen tand. Ik ken vriendinnen die bij het opstaan als eerste mascara opdoen, anders zien ze er niet uit voor hun partner! Of die zeggen: Och jee, ik heb een puist, hij kan maar beter twee dagen in zijn eigen appartement blijven. Kom aan, als je struikelt en met je gezicht in de plas valt, dan moet je je daar samen goed bij kunnen voelen. Geen schaamte, maar – tenzij het heel pijnlijk is – samen de humor ervan inzien. Je moet goed kunnen stuntelen met elkaar, het gevoel hebben dat je niet perfect hoeft te zijn bij die ander, dat je mag zeggen: ‘Ik heb een domme fout gemaakt, waardoor ik nu die baan kwijt ben.’ Je ziet weleens dat een partner bijna de vogeltjesdans van plezier doet als de ander iets fout doet. Dan is er een machtsstrijd gaande bij jullie en die móet je oplossen, anders wordt het nooit wat met dat sticking together.’
7. Durf
‘Durf het met elkaar oneens te zijn. Niet zeggen: “O, dat is weer typisch jouw socialistische achtergrond.” Dat is denigrerend. Je moet weten en voelen dat liefde groter is dan je verschillen. Durf jezelf te zijn en durf de ander ook zichzelf te laten zijn.’
8. Tijdelijk gedrag
‘Zie negatief gedrag van je partner niet als een persoonlijke eigenschap, maar als een tijdelijk iets. Je bént niet egoïstisch, je gedraagt je egoïstisch. Zeg ook: “Dat was egoïstisch” in plaats van “jij bent egoïstisch”. Voel je het verschil?’
9. Geniet met z’n tweeën
‘Kun je met z’n tweetjes genieten? Daarmee bedoel ik: heb je het niet altijd nodig dat er anderen bij moeten komen om het gezellig te hebben? Dat je niet altijd naar Plopsaland of de Efteling of dat drukke restaurant hoeft om het samen leuk te hebben…’
10. Help elkaar
‘En ten slotte, heel belangrijk: helpen jullie elkaars doelen te bewerkstelligen? De liefde moet groot genoeg zijn om beide partners erin te laten groeien. Als hij de marathon wil lopen, moet hij trainen en heb jij de kinderen dus meer. En bij professionele doelen mag het nooit een belemmering zijn dat jij het die ander niet gunt. Dan houd je de ander onder de knoet en is er hiërarchie. Dat werkt niet. Gun elkaar die droom waar te maken!’
