Het gaat slechter met de mentale gezondheid van meisjes wereldwijd. Veel meisjes hebben slaapproblemen, voelen zich ongelukkig en hebben last van hoofd- en buikpijn. Dit blijkt uit onderzoek van de WHO onder 11- tot 16-jarigen.
In de landen die aan het onderzoek meededen is het aantal meisjes dat meer dan één keer per week last heeft van psychosomatische klachten vanaf 2017 met 13 procent gestegen, tot 56 procent in 2022. Deze klachten zoals buikpijn, slaapproblemen en sombere gevoelens hebben vaak een psychische oorzaak.
Ook zijn de jongeren gevraagd om hun leven een cijfer te geven van 0 tot 10. Het aantal jongeren dat een voldoende (6 of hoger) geeft, is tussen 2017/18 en 2021/22 gedaald. Met name bij de meisjes is het cijfer gedaald, van 91 procent in 2017/18 naar 82 procent in 2021/22.
Hoge druk door schoolwerk en gevolgen coronacrisis
Een belangrijke oorzaak van de slechte mentale gezondheid is de druk die meisjes ervaren door hun schoolwerk. Tussen 2017/18 en 2021/22 is de druk die jongeren (en vooral meisjes) ervaren door hun schoolwerk sterk toegenomen, wat zorgt voor meer mentale problemen.
Ook de gevolgen van de coronacrisis hebben invloed op de mentale gezondheid van meisjes. “Tijdens de coronacrisis konden meisjes elkaar veel minder fysiek ontmoeten, terwijl ze daar wel behoefte aan hebben, meer dan jongens. De hoge piek die we tijdens corona zagen is daarna nog niet gedaald”, vertelt de Nederlandse hoofdonderzoeker Gonneke Stevens, hoogleraar Jongerenwelzijn aan de Universiteit Utrecht tegen de NOS.
Problematisch social mediagebruik
Problematisch social mediagebruik hangt vaak samen met mentale problemen, legt Stevens uit. Toch is dit in Nederland niet het geval. Aan de hand van vragen over symptomen van verslaving (zoals aan niets anders kunnen denken dan aan sociale media, of ruzie krijgen over sociale media) is onderzocht in hoeverre jongeren problematische gebruikers van sociale media zijn. In Nederland is het percentage jongeren waarbij sprake is van problematisch social mediagebruik twee keer zo laag als het internationale gemiddelde. Er zijn geen landen waar dit percentage zo laag is als in Nederland.
Nederlandse jongeren koploper in gesprek aangaan met ouders
Hoewel het slecht is gesteld met de mentale gezondheid van meisjes, kunnen ze wel met hun ouders praten als ze ergens mee zitten. Zo geeft 75 procent van de meisjes aan goed met hun vader te kunnen praten wanneer zij ergens mee zitten; internationaal ligt dit percentage op 63 procent. Bij moeders ligt het percentage nog wat hoger; in Nederland geeft 87 procent van de meisjes aan makkelijk met hun moeder te kunnen praten als zij ergens mee zitten. Internationaal is dit 79 procent van de meisjes. Hiermee behoort Nederland tot de vijf landen waar het hoogste percentage jongeren in gesprek gaat met hun ouders over mentale gezondheid.
