Wat het voedselbos van Jenny Elissen te maken heeft met een beter gebalanceerde wereld

Na meer dan twintig jaar in de reclamewereld te hebben gewerkt, gooide Jenny Elissen (63) in 2004 het roer om. Ze stopte met communiceren over alle mooie dingen die haar klanten deden op het gebied van innovatie door duurzaamheid als marketingthema, en begon als impact-investor met het vormgeven van haar eigen bijdrage aan een nieuwe en beter gebalanceerde wereld.

En die wereld is - gelukkig - niet uitgesloten, als we er met z’n allen aan meewerken:Het duurt soms lang om impact te maken, maar het heeft altijd zin.”

Vaarwel reclamewereld

“Het maken van impact is een keuze die te maken heeft met de selectie van de dingen die je doet die er voor jou toe doen”, begint Jenny. “Ik zag al heel lang aankomen dat de duurzaamheidsbeweging heel groot zou worden. Een interessante ontwikkeling maar ook een die me raakte in mijn hart. Ik besefte opeens dat ik meer verschil kon maken met de mooie dingen die ik zélf kon vormgeven, dan met het communiceren over wat mijn klánten allemaal deden.”

Hoe maak je het groot?

En dus hangt Jenny, na bijna 25 jaar haar functie als CEO van de grootste reclame- en marketingbureaus van Nederland, aan de wilgen. “Nadat ik gestopt was, heb ik via verschillende impactinvesteringen superveel geleerd over duurzaamheid en bijvoorbeeld de energietransitie. Ik zag dat er veel prachtige kleine initiatieven zijn, maar dat het vaak lang duurt voordat die echt impact maken.” Dat heeft met verschillende dingen te maken. Jenny: “Als het sentiment verandert, wordt het kapitaal wakker en gedwongen om naar die thema’s te kijken. Maar het is vervolgens best lastig om iets snel groot te krijgen.”

Met kwantumsprongen vooruit

Maar hoe krijg je dat dan wel voor elkaar? “Door mensen te motiveren met iets anders dan alleen kapitaal,” vertelt Jenny. Als impact-investeerder en oprichter van het bedrijf Giant Leapers helpt ze mensen en bedrijven giant leaps te maken: kwantumsprongen die we via een nieuwe manier van kijken naar de werkelijkheid moeten maken, om de wereld écht vooruit te helpen. “Ik heb geholpen bij het vormgeven van de energietransitie in Nederland, maar ook meegewerkt aan gezondheidsoplossingen in Afrika, zoals de distributie van medicijnen en digitale doktersadviezen bijvoorbeeld. Zo kon ik het geld dat ik in de jaren ervoor verdiend had, op een goede manier inzetten.”

Eigen voedselbos

Maar ook dichterbij huis geeft Jenny concreet vorm aan deze nieuwe manier van kijken. Vijftien jaar geleden legde ze bij haar eigen huis haar eigen voedselbos aan - en niet alleen vanwege de groente die dat oplevert. “Ik wilde ervaren of die nieuwe principes van een nieuwe aarde zouden werken. Door het bouwen van permacultuur ga je begrijpen wat we echt moeten doen.”

Zeven lagen voedsel

Dat moeten we misschien even uitleggen. Of, niet wij - Jenny. “Een voedselbos betekent dat je niet meer elk jaar een moestuintje vult met zaadjes en groentes, maar een permanente voedseltuin aan het bouwen bent. Je probeert als het ware een soort gilde te maken van stukjes grond, waarin je zeven lagen voedsel plant. Door die opbouw houden de planten elkaar in evenwicht. Die balans trekt de biodiversiteit aan die nodig is, en die het gebruik van nare middelen overbodig maakt. Alles blijft natuurlijk. Door dit consequent zo te doen, heb je elk jaar groente en fruit uit je eigen bos zonder bestrijdingsmiddelen.”

Alles werkt samen

En het voedselbos levert Jenny meer op dan dat.  “Het leuke is, je begint te begrijpen dat het niet alleen over de natuur gaat, maar ook over de samenhang van duurzaamheid in het léven. Waarom is biodiversiteit belangrijk in bedrijven? Eigenlijk omdat het ze robuuster en minder kwetsbaar maakt - omdat alle dynamieken samenwerken. Net als die zeven voedsellagen. Je kunt een jaar minder appels hebben, maar je hebt altijd heel veel fruit.”

Naast economisch minder kwetsbare bedrijven, levert deze vorm van regeneratieve landbouw ook bijdragen aan de wereldwijde voedselproblematiek. Jenny: “Als 10%van mensen in het westen groente in eigen tuin verbouwen in plaats van er tegels in te leggen, kunnen we het tekort aan voedsel oplossen.”

Het heeft altijd zin

Ook als je geen tuin hebt en op een andere manier wil bijdragen aan een beter gebalanceerde wereld: doe dat vooral. “Het heeft altijd zin. Want het gaat er niet om dat je alles goed doet maar dat je de goéde dingen doet. Je hebt geen idee hoe diep de invloed op je omgeving doorwerkt. Ik merk dat zelf aan de hand van mijn permacultuurtuin. Ik ben ‘m begonnen omdat ik dat zelf belangrijk vond, maar inmiddels zijn er op basis van deze tuin heel veel andere initiatieven ontstaan.”