Wende Snijders, de prachtige Nederlandse singer-songwriter en actrice, heeft al menig hart laten smelten met haar muziek. En dat wordt bewezen, vanaf 23 oktober start ze met haar clubtour ‘Mens’ en heeft verder nog andere leuke projecten lopen. Wende noemt zichzelf een controlfreak. Haar kijk op perfectie? Lees snel verder!
TE ZIEN…
In Koninklijk Theater Carré, waar zij op 4 oktober met Wende’s Kaleidoscoop haar eigen ideale avond programmeert. ‘Ik ben vorig jaar door Carré gevraagd als huiskunstenaar. De eerste artistieke en inhoudelijke invulling daarvan is dat ik mijn eigen festival mag cureren. Fantastisch! Ik vind het fijn om alles zelf te kunnen bepalen. Ik ben nu eenmaal een controlfreak.’ Artiesten die Wende heeft uitgenodigd, zijn onder anderen Blaudzun, Nationale Opera & Ballet, Jeangu Macrooy en ontwerper David Laport. Daarnaast treedt ze zelf op. ‘Omdat er best veel uiteenlopende gasten komen, zal het voor het publiek echt als een soort caleidoscopische trip zijn, met allerlei verrassende optredens.’
PERFECTIE
Ben jij als controlfreak per definitie een perfectionist?
‘Ja. Ik hou van grote zorgvuldigheid. Ik laat niets aan het toeval over en bereid optredens tot in de puntjes voor. Maar op het podium is het toch ook een kwestie van loslaten. Overigens: als iets perfect is, wil dat niet zeggen dat iets ook per se volmaakt is. Onaf, rafelig en rauw kan ook perfect zijn. Ook in het dagelijks leven. Niet alles hoeft er altijd prachtig en mooi uit te zien. Zelfacceptatie en een beetje humor zijn daarin belangrijk. Ik zie op Instagram soms heel perfecte humorloze mensen voorbijkomen en denk dan: die heeft een zwaar leven voor de boeg.’
Heb jij eigenschappen waarmee anderen soms wat moeite hebben?
‘Ik zit best dicht op mijn emoties. Daardoor kan ik wat grillig en onvoorspelbaar zijn, wat voor anderen soms ingewikkeld is. Maar voor mezelf niet. Lief en aardig zijn, netjes zijn en je emoties in bedwang hebben… Dat gaat me steeds minder goed af. Ik zal altijd fatsoenlijk blijven, maar ik denk steeds vaker: als mijn extravertheid en mijn openheid een ander ongemakkelijk maken, is dat niet mijn probleem. Ik koester mijn grilligheid juist.’
